Netwerkinstellingen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Netwerk
.
Het apparaat kan automatisch schakelen
tussen GSM- en UMTS-netwerken. GSM-
netwerken worden aangeduid met .
UMTS-netwerken worden aangeduid met
.
Een actieve HSDPA-verbinding (high-
speed downlink packet access)
(netwerkdienst) wordt aangeduid met
.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Netwerkmodus — Selecteer welk
netwerk u wilt gebruiken. Als u
Dual
mode
selecteert, wordt het GSM- of UMTS-
netwerk automatisch geselecteerd op
basis van de netwerkparameters en de
roaming-overeenkomsten tussen de
serviceproviders. Neem contact op met
uw netwerkprovider voor de details en
kosten van roaming. Deze optie wordt
alleen weergegeven als deze wordt
ondersteund door de serviceprovider.
Een roaming-overeenkomst is een
overeenkomst tussen meerdere
serviceproviders die gebruikers van
verschillende netwerken in staat stelt om
gebruik te maken van de diensten van
andere serviceproviders.
Operatorselectie — Selecteer
Automatisch
als u wilt dat het apparaat
een beschikbaar netwerk zoekt en
selecteert of
Handmatig
als u handmatig
een netwerk wilt selecteren. Als de
verbinding met het handmatig
geselecteerde netwerk verloren gaat,
Connectiviteit 55
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
hoort u een fouttoon en wordt u gevraagd
opnieuw een netwerk te selecteren. Het
geselecteerde netwerk moet een
roaming-overeenkomst met uw eigen
netwerk hebben gesloten.
Weergave info dienst — Stel het
apparaat zodanig in dat wordt
aangegeven wanneer het apparaat
gebruik maakt van een mobiel netwerk op
basis van de MCN-technologie (Micro
Cellular Network) en om de ontvangst van
relevante informatie te activeren.